Op 29 mei 2019 bezocht ik de tuin van het Musée Rodin in Parijs. De binnenruimte, museum en palazzo, zal voor een andere keer zijn want ik kon slechts een beperkte tijd besteden. Ik vind het een meerwaarde om de werken te kunnen ‘ervaren’ in de vrije natuur. Bovendien mogen alle beelden in de tuin aangeraakt worden, en ook dat is een belangrijk pluspunt.
Het lijkt een behoorlijk plat getreden pad, maar anderzijds ook heel toepasselijk: het eerste sculptuur dat me begroet (of is het andersom?), is ‘Le Penseur’ (1881).
Vier dagen na de verkiezingen bij ons, maar ook in Frankrijk en de rest van Europa, maakt het werk bij mij de gedachte los dat vele mensen misschien de houding van ‘Le Penseur’ zouden kunnen aannemen en eens even de tijd nemen om te wikken en wegen of men zich in de populistische golf stort. Rodin heeft het werk ongetwijfeld niet expliciet politiek bedoeld, maar reflecteren over wat achter je ligt, voorbeschouwen bij wat nog komen zal, een aantal dingen op een rijtje zetten, kortom, even je verstand gebruiken, dat spat toch van dit werk af. Hiervoor zijn er geen diepgravende kunsthistorische analyses vereist. Dit werk staat dan ook op nummer één in mijn imaginaire zen tuin.
Le Penseur
Naast ‘Le Penseur’ zijn ook delen van het monumentale ‘La Porte de l’Enfer’ (1880-1917) en de zelfopoffering van ‘Les Bourgeois de Calais’ (1886-1888) niet ver weg.
La Porte de l’Enfer
Les Bourgeois de Calais
Met de sculpturen van Honoré de Balzac en Victor Hugo is er de link met de literatuur. Wijzen op de kruisbestuiving tussen kunstvormen, dat is pas écht een platgetreden pad, en iets waarvan iedereen die zich van dicht of ver met kunst bezig houdt, wel van doordrongen is. Alleen bestaat het gevaar dat we de fout maken om te denken dat deze vermenging van disciplines van recente tijden is. Nee dus… Denken we maar aan de Griekse tragedies van 2500 jaar oud waarin woord, muziek, zang en dans met elkaar verknoopt werden.
Wanneer we het dan toch over vandaag hebben: jazztrompettist Jeremy Pelt is helemaal weg van het museum en het werk van Rodin. Telkens hij van de VS naar Parijs komt, kan hij niet voorbij aan het Musée Rodin. Hij verwerkte zijn passie en fascinatie voor de Franse meester in muziek die hij uitbracht op cd (‘The Artist’). Esther Cadiot, de publieksverantwoordelijke van het museum die mijn ‘invitation’ regelde, wist niet af van het bestaan van deze muziek en vertelde me dat zij dit zeker zou nagaan. Er is per slot van rekening toch wel een duidelijke link tussen deze jazzmuziek enerzijds en het museum en het oeuvre van Rodin anderzijds. Ik ben dan ook verheugd om op héél bescheiden wijze een kleine bijdrage geleverd te hebben om grenzen tussen kunstdisciplines en soms te rigide scheidingslijnen tussen tijdvakken te helpen wegwerken.
Toegankelijkheid
Aan de balie van het museum Rodin kan je een lijst krijgen met de beelden binnen die mogen betast worden, de beelden in de tuin mogen alle betast worden. Je krijgt handschoentjes mee. Als je geluk hebt, gaat er een suppoost met je mee en mag je meer betasten.