Op 13 april 2019 hield het Gentse MSK een aangepaste rondleiding voor blinden en slechtziendenn, waarbij er drie sleutelwerken van de collectie van het SMAK werden voorgesteld. Het is per slot van rekening de twintigste verjaardag van de oogappel van Jan Hoet. Maar nog voor het SMAK het levenslicht zag, werden er al werken van actuele kunst getoond in het MSK. De gids gaf eerst duiding bij leven en werk van de kunstenaars en situeerde ook de tijd en omstandigheden waarin de werken ontstonden. Dan werd er ingezoomd op het specifieke kunstwerk zelf met een uitgebreide verbale beschrijving en een reliëfkaart en andere attributen om een en ander nog duidelijker en tastbaar te maken.
‘Le déco’r et son double’ van Daniel Buren (1938) ontsond in 1986 tijdens ‘Chambre d’amis’ n werd zowel gecreëerd bij particulieren als in het museum. Deze laatste versie ging teloor en hieraan werd nu n.a.v. 20 jaar SMAK verholpen: het werd opnieuw opgesteld zoals het vandaag nog te zien is in een private woning in de Gentse binnenstad. Kan een kunstwerk ook bestaan wanneer het een plaats heeft in de slaap- of badkamer, of wordt het pas kunst waneer het uitsluitend in een museum getoond wordt?
‘Aeromodeller’ van Panamarenko (1940) gaat al terug tot begin jaren ’70. De gedachte dat de kunstenaar hiermee effectief de lucht is ingegaan doet je tegelijk glimlachen en ongemakkelijk heen en weer schuiven op je stoel, want dit soort uitstapjes zouden velen willen laten voor wat ze zijn. Het monumentale werk staat opgesteld in de grote ronde zaal. Panamarenko bevraagt hier kunst én wetenschap en tracht ze ook met elkaar te verzoenen. Iets wat vandaag, zo’n halve eeuw na het ontstaan van het werk, nog steeds brandend actueel is met topics als het klimaatvraagstuk en kwesties van migratie en mobiliteit.
‘Wirtschaftswerte’ uit 1980 van Joseph Beuys (1921-1986) is een installatie met een rek en winkelwaren uit de voormalige DDR. Het verwijst naar de splitsing van Duitsland en het leven in een communistische staat. Het vet, één van de handelsmerken van de kunstenaar, mag ook hier niet ontbreken.
Welke artistieke vaardigheid vereist is om dit werk tot stand te brengen, vraag ik dan… Voor de gids is vooral het concept hier waardevol en de idee en de gedachte die de kunstenaar wil overbrengen, komen hierbij centraal te staan.
Op het einde van de rondleiding hebben we een goed idee van de werken en het tijdsbeeld waarin ze ontstonden. De bezoeker kan zelf verder aan de slag met wat hij meekkreeg. De eigen verbeelding krijgt nu vrije baan. Stof tot nadenken en discussie is er zeker meer dan voldoende.
Eddy Verelst